‘We krijgen de cirkel steeds meer rond!’
Vlak voor de befaamde viaductbeklimming van de Hereweg vind je Fietslab. Wie het oude pand van Roegholt binnenstapt ziet overal gebruikte fietsen die in de behendige handen van Korné en zijn acht medewerkers een nieuw of beter leven krijgen. Die liefde voor hergebruik, die Korné zelf ook wel ‘een frustratie voor weggooien’ noemt, vind je overal terug. Korné wijst: ‘Kijk, zelfs de takels waar we de fietsen aan ophangen zitten vast aan vloerbalken die uit het oude podium kwamen.’
Het verhaal van Fietslab begint zo’n tien jaar geleden vanuit Korné’s frustratie over kapotte, roestige barrels die hij overal in de stad Groningen tegenkwam. Die ‘goed verlaten straatfietsen’ begon hij op te knappen om ze daarna door te verkopen voor een paar tientjes. Want Korné gelooft heilig in herbestemmen. Met hergebruikte, gerepareerde en soms ook nieuwe onderdelen knapte hij steeds meer fietsen op. Via de Fahrrad Flohmarkt in Duitsland, een pandje aan de Paterswoldseweg en een loods in Vinkhuizen beland Korné uiteindelijk in het huidige pand.
Van een werkplaats waar Korné al knutselend met name fietsen op maat maakte, is Fietslab inmiddels uitgegroeid tot een duurzame en sociale onderneming met een grote schare trouwe klanten. ‘Inmiddels is zo’n 90% van wat wij doen onderhoud.’ Met Fietslab laat Korné zien dat je er als fietsondernemer meer is dan alleen ‘winstmaximalisatie’. Want ook je sociale betekenis als ondernemer is immers winst. ‘Denk aan de oudere dame die elke week een praatje komt maken. Denk aan de jongens die we hier opleiden. En denk ook aan de winst voor de wereld door voor duurzame oplossingen te kiezen.’
Want wat dat laatste betreft is er in de fietsbranche nog een wereld te winnen. ‘Ik heb geen moeite met nieuwe spullen, maar ik heb wel moeite met dingen van slechte kwaliteit. En op dit moment is er nog onvoldoende belang voor fabrikanten om duurzame producten en dus duurzame fietsen te bouwen.’ Want als je fiets na een paar jaar behoorlijk begint te haperen, dan hopen fabrikanten dat je weer een nieuwe fiets aanschaft. Dat zie je nu bijvoorbeeld bij e-bikes: ‘Na 5-7 jaar is de accu kapot, maar alleen een nieuwe accu kost al gauw 800 euro. Dan kies je er al snel voor om in plaats daarvan een hele nieuwe fiets te kopen. En wat doe je dan met die oude?’
Kortom, willen we de fietsbranche echt verduurzamen dan moeten fabrikanten volgens Korné ‘fatsoenlijke fietsen’ gaan maken, met onderdelen met een langere levensduur. En geen ’toekomstige troep produceren.’ Niet voor niets werkt Fietslab veel met fietsen en onderdelen uit de jaren zeventig: ‘Dat zijn gewoon kwalitatief goede producten, die we nu nog steeds prima kunnen gebruiken.’ Maar we moeten ook anders na gaan denken over onze fietsen: ‘Wat is bijvoorbeeld ‘oud’? En waarom zou een fiets direct weg moeten als er ergens een kleine beschadiging op zit? Gebruikt is ook prima.’
Kortom, zo vat Korné het treffend samen: ‘Er mag een krasje op zitten. En als je iets nodig hebt, vraag je dan altijd eerst af: ‘kan ik het gebruikt vinden?’ Want ook voor fietsen geldt: elke fiets verdient een tweede leven.